Een grappige vondst in het Spaanse Santiago de Compostella vertelt ons over een steenhouwer die het 900 jaar geleden tóch niet laten kon zijn werk te ‘ondertekenen’. Hij maakte een zelfportret op 13 meter hoogte.
Het was helemaal niet de gewoonte om je identiteit als kunstenaar zo te onderstrepen in de Middeleeuwen. Sterker nog, er werd helemaal nooit iets gesigneerd in die tijd. Je werk stond in dienst van God dus nederigheid was op z’n plaats. Bovendien stond het beroep van kunstenaar in die tijd gelijk aan het beroep van mandenwever of meubelmaker. De term ‘kunstenaar’ bestond zelfs niet. Je was ambachtsman, opgeleid in een gilde. Het Steenhouwersgilde bijvoorbeeld.