Wat is het? Hoe is het gemaakt? Deze vragen herken je waarschijnlijk. Ze gaan over de voorstelling en de vormgeving van een kunstwerk. Zo kun je een kunstwerk analyseren. Dat doe je met het doel erachter te komen wat de kunstenaar mogelijk heeft bedoeld. Als de kunstenaar in kwestie nog leeft kun je controleren of jouw interpretatie klopt. Zo niet, blijft het gissen. Maar goed, veel kunstenaars vinden het heel ok dat iedereen weer iets anders ziet in hun werk.
Kunstwerken analyseren en beoordelen kan op meerdere manieren. Zo kun je bijvoorbeeld ook kijken naar de context van de tijd waarin het werk gemaakt werd. Of naar het leven van de kunstenaar. In de syllabus ‘Kunst en Leven’ komen we meerdere zogenaamde kunstbenaderingen tegen: De biografische benadering, de formele, de iconologische, de semiotische benadering, maar ook de kunstsociologische, de marxistische, de feministische én de postmoderne.
De ene benadering past beter bij een werk dan de andere. Het zou nogal zot zijn om bijvoorbeeld een werk van een klassiek kunstenaar die als belangrijkste eis ‘het moet lijken’ had te benaderen vanuit een marxistisch perspectief. Tóch is het wel mogelijk om een kunstwerk vanuit verschillende perspectieven te belichten zoals de syllabus dat doet met het werk van Naum Gabo.