Een portret van jezelf. Om vast te leggen hoe je verandert door je jaren heen. Om je gemoedstoestand te laten zien. Of om juist je ware ik te verbergen en te verdwijnen achter een aangenomen identiteit. Of om te laten zien hoe goed je schilderen kan?
Alle bovengenoemde opties komen we tegen in de schilderkunst. Zo zijn er de zogenaamde visitekaartjes. Bijvoorbeeld het schilderij dat Van Heemskerck maakte in Rome, met op de achtergrond het Colloseum. Dat zelfportret vertelt wat hij voor techniek in huis heeft en dat hij een intelligente en bereisde man is.
Of deze, hier zien we Courbet die zichzelf als ’the wandering jew’ schildert in de scene hieronder. Deze ronddolende jood komt uit een oude mythe die verhaalt dat een jood die Jezus onderweg naar het kruis bespot als straf op de wereld moet blijven rondwandelen tot de tweede terugkeer van Jezus. Maar dat is niet het enige waarnaar Courbet verwijst. Indirect vertelt Courbet heel veel over zichzelf met deze scene. Je leest het in dit artikel.
De stiekeme selfie, ook een leuk genre. We zien hem bijvoorbeeld in het plafond van de Sixtijnse Kapel. Tenminste, het vermoeden bestaat dat Michelangelo zijn eigen hoofd op dit sneue leeggelopen huidje heeft geschilderd.
Het schilderen van jezelf geeft je de gelegenheid te oefenen, ook zonder model voorhanden. Vincent van Gogh heeft talloze zelfportretten gemaakt, maar het meest opvallende is misschien wel het portret waarbij zijn oor in het verband zit. Hij moet zich gerealiseerd hebben wat dat over hem vertelde, dat is die gek die zijn eigen oor afsneed. Toch laat hij zichzelf ook zo kwetsbaar zien.
Ach, er zijn zoveel. Frida die experimenteert door zichzelf als jongen te laten fotograferen. Mueck die zichzelf ‘larger than life’ ergens te slapen legt en Marc met zijn bevroren hoofd gemaakt van zijn eigen bloed. Veel echter wordt het niet.